NY400 – De Inheemse Amerikanen en Nieuw-Amsterdam
Ontdek Oratam en de raadzaal:
Ontdel Skiwias en het stadhuis:
De filmpjes niet kijken? Lees de transcripten hier!
Video 1:
Voor de aankomst van Europeanen wat nu New York is werd het land reeds bewoond door tal van verschillende groepen inheemse Amerikanen. Een van die groepen waren de Hackensacks, een van de Munseegroepen, die een groot gebied bewoonden en onderverdeeld waren in drie clans: Wolf, Schildpad en Kalkoen. De Hackensacks maakten deel uit van de Schildpadclan. Oratam, de sachem van de Hackensacks tijdens de eerste jaren van de kolonisatie, speelde een belangrijke rol in de verhoudingen tussen Europeanen en de inheemse Amerikanen wanneer landgeschillen, verdragen en gewelddadige conflicten voorkwamen.
Oratam stond te boek als een zeer vreedzame man. Gedurende zijn tijd als sachem kwamen echter gewelddadige incidenten voor, die hij moest proberen op te lossen. Het belangrijkst was de Oorlog van Kieft in 1643, die begon met de massamoord, gedoogd door directeur Kieft, van tachtig Wecquaesgeek en Tappan. Het conflict zou uitlopen tot twee jaren van vijandelijkheden voordat er vrede kwam. In 1655 brak de zogenaamde Perzikoorlog uit, genoemd naar de moord op een inheemse vrouw die was gedood voor het plukken van perziken in de tuin van een Nederlandse kolonist. Tijdens deze oorlog werden ongeveer vijftig kolonisten gedood en er werden er nog meer gevangen genomen.
In beide gevallen nam Oratam deel aan de onderhandelingen die tot een wapenstilstand leiden. Daarmee hielp hij de vrede tussen de inheemse Amerikanen en de Europeaanse kolonisten tot stand te brengen. Sara Kierstede, de vrouw van dokter Hans Kierstede, deed hierbij dienst als vertaler. Sara had de taal van de Munsees geleerd en werd door Oratam vertrouwd. Toen de sachem bijna negentig was schonk hij Sara uit dankbaarheid zelfs een hectare land. Zonder de samenwerking tussen Oratam en Sara zou het beëindigen van conflicten veel lastiger zijn geweest.
Video 2:
Onderhandelingen tussen de Nederlanders en sachems van de inheemse Amerikanen waren van groot belang voor het onderhouden van goede relaties en en was noozakelijk voor de expansie van Nieuw-Amsterdam. Het land van de Mahicans besloeg een deel van de bovenloop van de Hudson. Zij namen regelmatig deel aan onderhandelingen over land en geschillen met de kolonisten van Nieuw Nederland. De Mahicans noemden de Hudsonrivier Mahicannituck en noemden zichzelf Muh-he-con-neok, wat “De Mensen van de Wateren die nooit rustig zijn” betekent. Skiwias, een sachem van de Mahicans, ondertekende veel verdragen met de kolonisten als vertegenwoordiger van zijn volk, hoewel zijn rol onduidelijk is. Er wordt gesuggereerd dat hij hij de betalingen niet eerlijk deelde met de andere Mahicans.
Niettemin was Skiwias’ rol in de onderhandelingen met voordelig voor de jonge kolonie, aangezien hij vreedzame relaties met hen had. Hij ondertekende onder meer het verdrag van 1645 waarmee een einde kwam aan de verschrikkelijke Oorlog van Kieft. Hij tekende dit document namens de Wappingers, een Oost-Algonquian groep die op de oostelijke oevers van de Hudson woonden en bondgenoten waren van de Mahicans.
Skiwias was een bekende verschijning voor de kolonisten, aangezien documenten aantonen dat hij regelmatig beschikbaar was om te getuigen in de rechtbank, dat hij deelnam aan de onderhandelingsrituelen en dat hij zelf was behandeld door de plaatselijke Nederlandse dokter. Op 9 juli 1661 droeg Skiwias het land over waarop het huidige Bethlehem, New York ligt. In ruil kregen hij en zijn vrouw zes stukken laken, dertig vadem wampum, vier ketels, zes bijlen, zes hakbijlen, zes paar sokken en twaalf messen.